Belasten van aandelenopties voor werknemers

Vragen rondom het belasten van aandelenopties voor werknemers

In de praktijk merken we dat er veel vragen zijn over het belasten van aandelenopties voor werknemers, zoals restricted stock units (“RSU’s”). Dat geldt zowel in volledig binnenlandse situaties als ook in de gevallen dat er sprake is van grensoverschrijdend werken. De volgende vragen aangaande het belasten van aandelenopties voor werknemers komen veelvuldig voor:

Hieronder wordt ingegaan op bovenstaande vragen.

Het belonen van werknemers in de vorm van aandelen, aandelenopties en gerelateerde producten is een veelvoorkomende methode om het inkomen van de werknemer te verbinden aan het succes van de onderneming en om werknemers (langer) aan de onderneming te binden. Dit maakt deze beloningsvorm ook interessant voor start-ups en groeiende bedrijven met een beperkte kaspositie om toch competitieve beloningen te bieden.

De uitwerking voor de Nederlandse loon- en inkomstenbelasting is sterk afhankelijk van de situatie waarin de werknemer zich bevindt en de voorwaarden die al dan niet gelden voor de aandelenopties voor werknemers.

HS Tax Consulting Belasten van aandelenopties voor werknemers

Moment van belasten en belastbare bedrag van aandelenopties voor werknemers

Bij het belasten van aandelenopties voor werknemers gaat de Nederlandse wetgeving uit van het moment dat de aandelenoptie wordt uitgeoefend of vervreemd. Op dat moment wordt de hoogte van hetgeen wordt verkregen door de werknemers (i.e. loon) vastgesteld en wordt dit inkomen in de belastingheffing betrokken. De hoogte van het belastbaar inkomen betreft hetgeen wordt verkregen (bijv. waarde van de onderliggende aandelen) verminderd met hetgeen in rekening is gebracht (bijv. aankoopprijs optierecht), met een minimum van nihil.

Hieruit volgen twee aandachtspunten voor werknemers met aandelenopties en werknemers die overwegen te participeren in aandelenoptieplannen:

  • Het moment van belasten kan door de werknemer worden bepaald, hetgeen ruimte biedt voor optimalisatie;
  • Bij het uitoefenen van aandelenopties ontstaat een negatieve cashflow indien de aandelen die worden verkregen worden aangehouden.

Het vastgestelde belastbaar inkomen wordt vervolgens belast tegen de progressieve tarieven van box 1 (2018: 51,95% voor inkomens boven €68.507). Vervolgens maakt hetgeen is verkregen, geld dan wel aandelen, na uitoefening onderdeel uit van het box 3 vermogen.

Aandelenopties voor werknemers die grensoverschrijdend werken

Het moment van belasten en het vaststellen van het belastbaar bedrag van aandelenopties voor werknemers geldt ook voor werknemers die grensoverschrijdend werken. Voor grensoverschrijdende werknemers zal vervolgens vastgesteld dienen te worden of en in hoeverre het vastgestelde belastbaar bedrag vrijgesteld kan worden van Nederlandse belastingen.

Als inwoner van Nederland dient in eerste instantie het gehele inkomen uit aandelenopties opgenomen te worden in de aangifte inkomstenbelasting. Vervolgens kan het zo zijn dat er bijvoorbeeld op basis van één of meerdere belastingverdragen (een deel van) dit inkomen in Nederland dient te worden vrijgesteld. Dit kan een forse besparing van belasting opleveren die te vaak nog over het hoofd wordt gezien.

Om een deel vrij te kunnen stellen van Nederlandse belastingen zal er bepaald moeten worden in hoeverre het inkomen uit aandelenopties voor werknemers is toe te rekenen aan grensoverschrijdende arbeid verricht in een land dat heffingsbevoegd is.

Voorbeeld

Voorbeeld

Vanaf 1 januari 2018 participeert belanghebbende, fiscaal inwoner van Nederland, in een aandelenoptieplan van zijn werkgever waarbij in totaal 400 aandelenoptierechten worden verstrekt over 4 jaar. Ieder jaar zal belanghebbende 25% van deze aandelenoptierechten verkrijgen mits hij dan nog in dienst is. Op 31 december 2018 verkrijgt belanghebbende 100 aandelenoptierechten, die op dezelfde dag worden uitgeoefend. Het inkomen uit de aandelenopties wordt vastgesteld op €100.000. Gedurende 2018 heeft belanghebbende zowel in Nederland als in het Verenigde Koninkrijk gewerkt. Uit het belastingverdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk blijkt dat belanghebbende belastingplichtig is in het Verenigd Koninkrijk inzake het loon dat toerekenbaar is aan aldaar verrichte arbeid. Voor de eenvoud stellen we dat de 183-dagenregeling uitwijst dat 75% van zijn loon in 2018 belast mag worden in het Verenigd Koninkrijk. Nederland stelt dit deel vrij van Nederlandse inkomstenbelasting. Het inkomen in 2018 van belanghebbende uit aandelenopties voor werknemers volgt in deze situatie diezelfde toerekening, waardoor Nederland €75.000 van de €100.000 vrijstelt van inkomstenbelasting.

 

Bovenstaande voorbeeld is sterk gesimplificeerd, bijvoorbeeld door uit te gaan van een kalenderjaar dat overeenkomt met de voorwaardelijke periode (“vesting periode”) van de aandelenopties voor werknemers. Voor een correcte berekening en verwerking in uw aangifte inkomstenbelasting raden wij u sterk aan contact op te nemen met uw fiscaal adviseur.

Zie ook: Belastingheffing en sociale zekerheid bij grensoverschrijdend werken

Zie ook: Beoordeling 183-dagenregeling

HS Tax Consulting 30% Regeling voor expats in Nederland

Aandelenopties voor werknemers en de 30%-regeling

Voor werknemers die in Nederland werkzaam zijn onder de 30%-regeling geldt dat 30% van hun loon belastingvrij mag worden verstrekt ter compensatie van extra kosten die worden gemaakt voor het verblijf buiten het land van herkomst, de zogenoemde extraterritoriale kosten.

Zie ook: 30% regeling voor expats in Nederland

De 30%-regeling is van toepassing op inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking. Het gevolg hiervan is dat de 30%-regeling van toepassing is op inkomen uit aandelenopties voor werknemers indien de 30% regeling nog van toepassing is op het moment dat het inkomen wordt genoten. De Hoge Raad heeft dit bevestigd in haar uitspraak van 22 september 2017 (nr 16/04864). Indien derhalve de aandelenopties zien op arbeid verricht ten tijde dat de 30%-regeling van toepassing was op het loon van de werknemer, maar op het moment van het uitoefenen of vervreemding van de aandelenoptierechten de 30%-regeling geldt, dan is de 30%-regeling niet van toepassing op het inkomen uit aandelenopties.

Hieruit volgt dat een belangrijk aandachtspunt voor werknemers met de 30%-regeling en die participeren in een aandelenoptieplan voor werknemers, bij het optimaliseren van de belastingpolitiek rekening gehouden dient te worden met de voorwaarden van toepassing van de 30%-regeling en de resterende maximale looptijd van de regeling.

Moment van uitoefenen aandelenopties voor werknemers

Het bepalen van een gunstig moment voor het uitoefenen van aandelenopties voor werknemers is sterk afhankelijk van de situatie waarin de werknemer zich bevindt en de toekomstige waardeontwikkeling van de onderliggende aandelen. Immers, op het moment van uitoefenen wordt het inkomen belast tegen de hoge progressieve box 1 tarieven, terwijl het verdere verloop van de waarde onder de lage heffing van box 3 wordt belast. Echter, zolang de aandelenopties niet uitgeoefend zijn is men ook geen box 3 heffing verschuldigd. Verwacht men dus koerswinsten dan lijkt het aannemelijker om niet te wachten met het uitoefenen van de aandelenopties om hoger box 1 heffing te voorkomen. Wordt eerst nog een koersdaling verwacht dan is het aannemelijker om uitoefening uit te stellen. Indien de 30%-regeling van toepassing is dan zal ook met de resterende maximale looptijd en de voorwaarden daarvan rekening gehouden dienen te worden.

Heeft u vragen over het belasten van aandelenopties voor werknemers als particulier of ondernemer? Neem voor meer informatie vrijblijvend contact met ons op.

Benieuwd naar de mogelijkheden?

Neem vrijblijvend contact op voor al uw fiscale vragen.