Wijzigingen Nederlandse dividendbelasting

HS Tax Consulting Wijzigingen Nederlandse dividendbelasting

19 mei 2017

Houdstercoöperatie en uitbreiding vrijstelling Nederlandse dividendbelasting

Op 16 mei 2017 publiceerde het Nederlandse Ministerie van Financiën een voorstel van eerder aangekondigde wijzigingen in de Wet op de dividendbelasting. Het voorstel bevat enerzijds een uitbreiding van de vrijstelling van dividendbelasting en anderzijds het gelijk trekken van de fiscale behandeling van houdstercoöperaties met die van besloten vennootschappen (bv’s) en naamloze vennootschappen (nv’s) voor de dividendbelasting.

 

Huidige situatie

Volgens de huidige Nederlandse wetgeving wordt op winstuitkeringen door Nederlandse vennootschappen in beginsel 15% dividendbelasting ingehouden. Door belastingverdragen kan dit percentage lager zijn voor zowel vennootschappen als particulieren. Voor uitkeringen aan Europese vennootschappen (in EU en EER) geldt veelal een vrijstelling op basis van de Moeder-dochterrichtlijn.

Winstuitkeringen van Nederlandse coöperaties aan hun leden zijn niet onderworpen aan de Nederlandse dividendbelasting, behoudens misbruiksituaties. Dit maakt de coöperatie aantrekkelijk in internationale structuren.

 

Houdstercoöperatie in dividendbelasting

De voorgestelde wijzigingen van de Nederlandse dividendbelasting betekenen dat houdstercoöperaties dividendbelasting moeten gaan inhouden op winstuitkeringen aan leden die recht hebben op ten minste 5% van de winst of 5% van hetgeen bij liquidatie wordt uitgekeerd (zogenoemde kwalificerende lidmaatschapsrechten).

Een coöperatie wordt gezien als houdstercoöperatie indien de feitelijke werkzaamheden hoofdzakelijk (70% of meer) bestaan uit het houden van deelnemingen of het (in)direct financieren van verbonden lichamen of personen. Bij deze toets wordt gekeken of in het jaar voorafgaand aan de winstuitkering doorgaans aan de 70%-grens wordt voldaan.

Bij het bepalen of sprake is van een kwalificerend lidmaatschapsrecht worden verbonden lichamen en personen gezamenlijk in aanmerking genomen.

 

Uitbreiding vrijstelling in de dividendbelasting

Verder betreffen de voorgestelde wijzigingen van de Nederlandse dividendbelasting een uitbreiding van de vrijstelling. winstuitkeringen van vennootschappen en houdstercoöperaties, zullen worden vrijgesteld als:

  • De aandeelhouder een vennootschap is met ten minste 5% belang in de uitkerende vennootschap of houdstercoöperatie; en
  • Een belastingverdrag is van toepassing waarin een dividendbepaling is opgenomen; en
  • De nieuwe antimisbruikbepaling is niet van toepassing.

De nieuwe antimisbruikbepaling is van toepassing op ondernemingsstructuren als aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:

  • Het belang in de uitkerende vennootschap of houdstercoöperatie wordt gehouden met als hoofddoel of als één van de hoofddoelen om dividendbelasting te ontgaan; en
  • Er is sprake van een kunstmatige constructie of transactie.

Zo zal een passieve tussenhoudster mogelijk niet voorkomen dat in Nederland dividendbelasting dient te worden ingehouden op winstuitkeringen vanuit Nederland aan de passieve tussenhoudster.

Ter verduidelijking een voorbeeld:

De winstuitkering van de Nederlandse houdstercoöperatie valt in het huidige voorstel onder de reikwijdte van de dividendbelasting. In beginsel zal deze winstuitkering echter worden vrijgesteld op basis van de Moeder-dochterrichtlijn. De nieuwe antimisbruikbepaling houdt het toepassen van de vrijstelling mogelijk tegen. Door het tussenschuiven van de tussenhoudster in het Verenigd Koninkrijk wordt voorkomen dat een directe winstuitkering aan de Chileense (actieve) vennootschap wordt belast met 15% Nederlandse dividendbelasting. Vervolgens moet worden beoordeeld of sprake is van een kunstmatige constructie of transactie. Indien dit het geval is, bijvoorbeeld door het ontbreken van relevante substance bij de VK tussenhoudster, dient in Nederland dividendbelasting te worden ingehouden door de Nederlandse houdstercoöperatie.

 

Takeaway

Een definitief voorstel van de wijzigingen in de Wet op de dividendbelasting wordt verwacht op Prinsjesdag (19 september 2017). De inwerkingtreding van het definitieve voorstel wordt naar schatting 1 januari 2018. Het huidige voorstel kent geen overgangsrecht voor bestaande structuren.

Door de mogelijke belastingplicht van winstuitkeringen door Nederlandse houdstercoöperaties en de nieuwe antimisbruikbepaling is het aan te bevelen de huidige structuur van uw organisatie op korte termijn door te nemen voor mogelijke gevolgen. De voorgestelde verruimde vrijstelling biedt daarnaast de mogelijkheid om uw huidige structuur te vereenvoudigen.

Benieuwd naar de mogelijkheden?

Neem vrijblijvend contact op voor al uw fiscale vragen.