Een belangrijk aandachtspunt bij emigratie zijn de belastingen. Van emigratie kan sprake zijn bij het verhuizen naar een ander land vanwege tijdelijke uitzending en detachering, het maken van een wereldreis, of om permanent in een ander land te vestigen. Bij emigratie bent u niet langer meer een fiscaal inwoner van Nederland en wordt u ook niet meer aangemerkt als binnenlands belastingplichtige. Afhankelijk van de situatie bent u na emigratie als belastingplichtige geheel uit beeld van de Belastingdienst of verschuift uw status van binnenlands belastingplichtige naar buitenlands belastingplichtige. Daarnaast krijgt u bij emigratie veelal te maken met de zogenoemde conserverende aanslag. In de conserverende aanslag wordt de belasting bepaald over de voordelen die u als inwoner van Nederland (fiscaal voordelig) heeft opgebouwd, maar waarover u (nog) niet hoeft af te rekenen.
Hieronder wordt ingegaan op emigratie vanuit fiscaal perspectief en enkele veelvoorkomende vragen die wij tegenkomen in de praktijk met betrekking tot belastingen bij emigratie. Daarbij komen onder andere de volgende vragen aan bod:
Van emigratie uit Nederland is sprake indien u ophoudt binnenlands belastingplichtig te zijn anders dan door overlijden. Dat is het geval als u niet langer meer als inwoner van Nederland wordt aangemerkt. In veel situaties is dit duidelijk door bijvoorbeeld alles op te zeggen in Nederland (woning, verzekeringen, abonnementen en lidmaatschappen), uit te schrijven bij de gemeentelijke basisadministratie en met het gezin in een ander land te gaan wonen. Daarmee beëindigd u uw banden met Nederland en wordt u fiscaal niet meer aangemerkt als Nederlands inwoner.
Er zijn echter tal van situaties te bedenken waarin niet alle banden met Nederland worden beëindigd. De vraag is dan of de Nederlandse banden, die u na verhuizing naar een ander land nog heeft, sterk genoeg zijn om te worden aangemerkt als inwoner van Nederland. Hierover is in de loop der jaren veel rechtspraak verschenen. Het gaat te ver om in deze bijdrage hierop volledig in te gaan. Ter bevordering van de leesbaarheid volstaan we door daarover op te merken dat alle feiten en omstandigheden dienen te worden meegenomen bij de beoordeling van Nederlands fiscaal inwonerschap. Omdat geen enkele situatie hetzelfde is moet er dus van geval tot geval bekeken worden of er na verhuizing nog sprake is van Nederlands inwonerschap. Hieronder ter indicatie een opsomming van enkele factoren die daarbij van belang kunnen zijn:
Zoals gezegd dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegenomen bij het bepalen of u inwoner van Nederland bent. Indien één van bovenstaande factoren u verbindt aan Nederland betekent het nog niet dat u inwoner van Nederland blijft na verhuizing naar een ander land.
Op basis van nationale wetgeving is het mogelijk inwoner te zijn van zowel Nederland als het land waarnaartoe is verhuisd. Dit kan het geval zijn als Nederland op basis van voorgaande passage inwonerschap aanwezig acht, terwijl bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk hetzelfde concludeert volgens Britse wetgeving (ten minste 183 dagen verblijf in VK). Een dubbele fiscale woonplaats is niet gewenst vanwege dubbele belastingheffing.
In die gevallen bieden belastingverdragen vaak uitkomst. Deze bevatten regels die voorrang hebben op de nationale wetgeving. Indien sprake is van inwonerschap van beide landen op basis van nationale wetgeving dat wordt in de meeste gevallen het inwonerschap bepaald op basis van de volgende factoren:
Een Nederlandse woning die wordt aangehouden kan na emigratie in box 1 of box 3 worden belast in Nederland.
Ook na emigratie is het onder voorwaarden mogelijk de Nederlandse woning tijdelijk aan te merken als eigen woning in box 1, bijvoorbeeld bij een tijdelijk uitzending naar het buitenland. Het voordeel hiervan is dat er geen vermogensrendementsheffing van box 3 plaatsvindt en de hypotheekrente in aftrek kan worden gebracht. De meest relevante voorwaarden voor de toepassing van deze regeling is dat de woning ten minste een jaar als eigen woning ter beschikking heeft gestaan en de woning niet ter beschikking wordt gesteld aan derden. In geval de woning tijdelijk wordt verhuurd dan wordt de woning ook slecht tijdelijk opgenomen in box 3, waardoor vanaf het eindigen van de verhuur de woning weer in box 1 wordt belast.
Als het niet mogelijk is de woning na emigratie op te nemen in box 1, bijvoorbeeld door verhuur, dan zal de woning tezamen met de hypotheek in box 3 worden opgenomen. Het saldo van de waarde van de woning en de hypotheek wordt dan belast tegen effectief 1,2% voor zover dat uitkomt boven het heffingsvrij vermogen. Bij verhuur van de woning kan de op te geven waarde van de woning verder worden verlaagd, afhankelijk van de kale maandelijkse huurprijs en voorwaarden waaronder de verhuur plaatsvindt.
Indien ervoor wordt gekozen de woning aan te houden en er is sprake van een kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning of beleggingsrecht eigen woning, dan wordt hiervoor mogelijk een conserverende aanslag opgelegd.
Bij de gevolgen van emigratie voor pensioenen en lijfrenten zijn twee situaties te onderscheiden. De eerste situatie betreft de fiscale behandeling van de reeds opgebouwde bedragen. In de tweede situatie gaat het om de fiscale behandeling van uitkeringen van pensioen en lijfrente. Hieronder worden beide situaties kort toegelicht.
De opgebouwde bedragen aan pensioen en lijfrente worden op het moment van emigratie geconserveerd, voor zover de bijdragen in het verleden fiscaal voordelig (vrijgesteld dan wel in aftrek gebracht) zijn opgebouwd. De berekende belasting en revisierente over deze bedragen wordt opgenomen in een zogenoemde conserverende aanslag, waarvoor uitstel van betaling wordt verleend. De conserverende aanslag wordt alleen geïnd bij foutieve handelingen, waaronder afkoop en verpanding. Na 10 jaar wordt deze conserverende aanslag kwijtgescholden.
De conserverende aanslag is met enige regelmaat onderwerp geweest van geschillen tussen belastingplichtige en de Belastingdienst. Daarbij heeft de Hoge Raad zich meerdere malen uitgelaten over de op te geven waarde van pensioenen en lijfrenten in verdragssituaties. De uitkomst hiervan is dat in veel gevallen de conserverende aanslag lager vastgesteld dient te worden dan de Belastingdienst volgens Nederlandse wetgeving tracht te doen.
Zie ook: Hoogte conserverende aanslag pensioen en lijfrente
In welk land pensioen- en lijfrente-uitkeringen worden belast na emigratie wordt in de meeste gevallen bepaald aan de hand van het belastingverdrag. Afhankelijk van het belastingverdrag dat van toepassing is wordt bepaald welk land mag heffen over periodieke en niet-periodiek uitkeringen van AOW, pensioen en lijfrente, wat volgens het verdrag als lijfrente wordt aangemerkt en of er een verschil is tussen ambtenaren en private pensioenen. In veel gevallen is sprake van heffing in het woonland bij periodieke uitkeringen van private pensioenen, terwijl ambtenarenpensioenen vaak worden belast in het bronland. Vanwege grote verschillen tussen belastingverdragen is het raadzaam hierover advies in te winnen.
Bij emigratie van een aanmerkelijk belanghouder van een in Nederland gevestigde vennootschap is er sprake van een zogenoemde fictieve vervreemding van de aandelen in het aanmerkelijk belang. Het verschil tussen de waarde in het economische verkeer van de aandelen ten tijde van emigratie en de verkrijgingsprijs wordt opgenomen in een conserverende aanslag, waarvoor een belastingtarief van 25% geldt. Voor de conserverende aanslag wordt uitstel van betaling verleend en zal er een garantie gegeven moeten worden afhankelijk van het land waar de aanmerkelijk belanghouder naartoe verhuisd.
Met ingang van 15:15 uur op 15 September 2015 is de regelgeving aangaande de conserverende aanslag inzake het aanmerkelijk belang aangepast. Voor emigraties na voorgenoemd moment geldt een nieuw regime, waarbij de conserverende aanslag (deels) wordt ingevorderd bij dividenduitkeringen en kwijtschelding na 10 jaar is komen te vervallen.
Zie ook: Belastingen bij emigratie DGA
Naast de conserverende aanslag kan emigratie van een aanmerkelijk belanghouder tot gevolg hebben dat de plaats van effectieve leiding van de vennootschap wordt verplaatst met de verhuizing van de aanmerkelijk belanghouder.
Het is raadzaam u tijdig te laten adviseren omtrent de gevolgen van emigratie als aanmerkelijk belanghouder.
Zie ook: Gebruikelijkloon buitenlandse DGA
Voor het jaar van emigratie dient het aangifte inkomstenbelasting te worden gedaan door middel van het M-biljet. Het M-biljet is een pakket formulieren die niet elektronisch kan worden ingediend, maar met de hand ingevuld moet worden. In het M-biljet worden de inkomsten per periode aangegeven waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de box 1, box 2 en box 3 inkomsten tijdens de binnenlandse periode (vóór emigratiedatum) enerzijds en de inkomsten tijdens de buitenlandse periode (na emigratiedatum) anderzijds. Voor de binnenlandse periode gelden de regels voor binnenlands belastingplichtigen, terwijl voor de buitenlandse periode de regels voor buitenlands belastingplichtigen van toepassing zijn. In het M-biljet wordt verder het te conserveren inkomen voor pensioen, lijfrente, kapitaalsverzekering eigen woning en aanmerkelijk belang opgegeven.
Zie ook: M-biljet bij emigratie en immigratie
In de jaren na emigratie kan er sprake zijn van Nederlandse belastingplicht als buitenlands belastingplichtige. Als buitenlands belastingplichtige wordt niet het wereldinkomen opgenomen in de aangifte, maar uitsluitend de inkomsten die hun bron in Nederland hebben. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het aanhouden van een Nederlandse woning, een Nederlands aanmerkelijk belang en bij het (deels) vervullen van de dienstbetrekking in Nederland.
Zie ook: Belastingheffing en sociale zekerheid bij grensoverschrijdend werken
Na emigratie kan er nog sprake zijn van een verzekeringsplicht voor de sociale zekerheid in Nederland als voor een Nederlandse werkgever wordt gewerkt en een deel van de dienstbetrekking in Nederland wordt uitgeoefend.
In Europese situaties, waarbij woonland en werkland twee of meer Europese landen zijn, gelden afwijkende regels aangaande sociale zekerheid. Uitgangspunt is dat de sociale zekerheid van het werkland van toepassing is. Mocht er in meer dan één Europees land worden gewerkt dan geldt de sociale wetgeving van het woonland als ten miste 25% van de werkzaamheden in het woonland worden verricht. Als dat niet het geval is dan is de sociale zekerheid van toepassing waar de werkgever gevestigd is.
Daarnaast kan er bij tijdelijke uitzending door een Nederlandse werkgever in veel gevallen worden gekozen om in Nederland sociaal verzekerd te blijven. Hiervoor kan een A1/(E)101-verklaring worden aangevraagd.
Zie ook: Belastingheffing en sociale zekerheid bij grensoverschrijdend werken
In bovenstaande zijn enkele veelvoorkomende vragen in de praktijk behandeld inzake belastingen en emigratie, waarbij diverse mogelijkheden en aandachtspunten zijn aangestipt. Omdat elke situatie andere feiten en omstandigheden kent en de gewenste uitkomst afhankelijk is van persoonlijke voorkeuren zal de uitwerking van geval tot geval bekeken dienen te worden om tot een optimaal resultaat te komen.
Neem voor meer informatie vrijblijvend contact met ons op.
HS Tax Consulting is gespecialiseerd in internationale situaties, waaronder het adviseren bij emigratie, immigratie en grensoverschrijdend werken en ondernemen. Tevens verzorgen wij belastingaangiften, waaronder het M-biljet. Hiervoor gebruiken wij gecertificeerde software voor het elektronisch opstellen en beveiligd indienen van belastingaangiften. U wordt dan automatisch meegenomen in onze uitstelregeling voor de aangiften inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.